AMBTMANNEN

J.J. van Riet

ENIGE SCHOUTEN CQ. AMBTMANNEN TE STEVENSWEERT IN HET TWEEDE GEDEELTE VAN DE 16DE EEUW.
De heren van Stevensweert zijn voldoende bekend. Wijlen Pater Sangers (Er ligt een Eiland in de Maas) gaat zelfs zeer uit¬voerig in op de wederwaardigheden van de meest bekende van hen, nl. de graven Van den Bergh, die vele jaren lang een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van Stevensweert en Ohé en Laak. Hun prachtige stamslot staat nog in volle  glorie te 's-Heeren¬berg en is een bezoek meer dan waard.


Minder bekend zijn hun plaatselijke vertegenwoordigers, de schout cq. ambtsman. De ambtsman verenigde in zich de functie van schout (voorzitter van de schepenbank) en rentmeester voor de heer.
Door de heer werden zij benoemd, meestal uit de kring der edelen. Ze leefden als hoogste functionaris in de plaats en maak¬ten als zodanig direct deel uit van de betreffende gemeenschap. De belangrijkste c.q. interessantste van hen is ongetwijfeld Crispijn (Crispinus) van Solttbrugge. Op hem kom ik later nog uitvoerig terug. Eerst gaan we de geschiedenis na van de Heren Van den Bergh.
Na de dood van Graaf Oswald van den Bergh in 1546, voerden zijn kinderen, Willem van den Bergh enerzijds en Frederik en Anna van den Bergh (overleden in 1576 en te Stevensweert begraven) ander¬zijds, een jarenlange strijd over de verdeling van de vaderlijke nalatenschap.
In 1566 duurde deze strijd nog voort. In de 80-jarige oorlog (1568-1648) blijft Frederik van den Bergh trouw aan de Spaanse koning, terwijl broer Willem de zijde van de opstand kiest. Hij neemt de wijk naar Keulen en een jaar later wordt hij "voor eeuwig" uit de Nederlanden verbannen. Al zijn bezittingen worden verbeurd verklaard.
Broer Frederik wordt voor zijn trouw door de Spanjaarden in 1568 beleend met Stevensweert, Hedel en andere plaatsen.
Willem van den Bergh werft dan, samen met zijn zwager Willem de Zwijger, troepen in Duitsland voor de strijd tegen de Span¬jaarden. Genoemde Willem de Zwijger heeft een krijgsplan in drie delen ontworpen:

*     een aanval in het Overkwartier, gevolgd door een poging om Roermond te veroveren. Maar de troepenmacht wordt bij Daelheim (over de grens bij Montfort) door de Spanjaarden vernietigend verslagen.
    *    de Prins van Oranje trekt, vergezeld van Willem van den Bergh, in de nacht van 5 en 6 oktober 1568 bij Stokkem de Maas over voor een inval in het gebied tussen Maastricht en Luik. Ook dit   tweede plan mislukt en zijn ordeloze troepen worden ontbonden.
    *        volgens het derde plan zullen Lodewijk en Adolf van Nassau Groningen binnen trekken. Deze tocht eindigt met de eerste overwinning van de Staatsen te Heiligerlee op 23 mei 1568, door J.G.G.M. Hanssen zeer uitvoerig beschreven in zijn boek “De overwinning bij Heiligerlee".
Vooral bij de beschrijving van de operaties die aan deze slag voorafgaan, komen we regelmatig de naam van Crispijn van Solttbrugge tegen "de luitenant van de graaf Willem van den Bergh", zoals de schrijver hem noemt. Nu vermeldt A.P. van Schilfgaarde in zijn boek "Het Huis Bergh" letterlijk: "In het jaar 1570 houdt Willem van den Bergh het slot Ulft bezet met grafelijke troepen door middel van Crispinus van Soltbrugge, vroeger schout van Stevensweert". Dan wordt deze figuur toch interessant voor de geschiedenis van Stevens¬weert.
Samengevat schrijft Hanssen: als onderdeel van de operatie tegen de provincie Groningen moet Van Solltbrugge met zijn troepen - een legertje van 800 à 900 man - vanaf Weert, aan de Gelderse IJssel gelegen, opereren in de richting Nijmegen. Op 29 april 1568 vraagt Alva aan de Gelderse stadhouder Van Megen om de bisschop van Munster te bewegen tot samenwerking tegen de opstandelingen. Het hindert Alva dat Van Solltbrugge met zijn legertje Weert bezet houdt.
Op 11 mei 1568 bericht Arensberg, de stadhouder van Groningen en Friesland, dat Van Solltbrugge over "Frans"wegen (Franse) naar het noorden is gemarcheerd, kortom hij trekt op en neer langs de gehele oostelijke grens en brengt aldus onzekerheid bij zijn tegenstanders. Later maakt hij deel uit van de Watergeuzen en tekent hij op 15 augustus 1569 ten overstaan van notaris Coornhert te Emden, te samen met de andere edellieden-Watergeuzen (waaronder de beruchte Sonoy) een contract, waarin hij zich verplicht de helft van de gemaakte buitaf te dragen aan de Prins van Oranje.

Zoals reeds vermeld wordt Frederik van den Bergh voor zijn trouw aan de Spaanse koning door deze in het jaar 1568 beleend met Stevensweert en andere plaatsen. De Staten stelden uiteraard diens trouw aan Spanje niet op prijs en overvallen enige malen diens slot te Hedel. In het jaar 1579 maakt hij dan ook plannen om zijn munt van Hedel naar Stevensweert te verplaatsen, hetgeen in het jaar 1580 gebeurt.

Over de vestiging van de Munt, het toezicht daarop, de afrekening   met de muntmeester e.d., neemt de graaf regelmatig contact op met zijn ambtman te Stevensweert Wolter van Bilevelt (zie "Muntheer en Muntmeester" van F.B.M. Tangelder en "Er ligt een. Eiland in de Maas" van pater Sangers). In zijn "Bijdrage tot de geschiedenis der Gra¬ven Van Kessel" vermeldt Ed. Rosenkrantz in de Maasgouw d.d. 31 jan. 1898, ondermeer dat het adellijk huis Putting in het kerspel Kessel toebehoorde aan de familie Van Hertenveld, een oud Kleefs geslacht. Hij zegt voorts, zonder bronvermelding: Steven van Herte¬veld (+1571) was ambtman van Stevensweert. In 1566 werd hij lid van het Verbond der Edelen en daarom door de Hertog van Alva verbannen. In de geschiedenis van Roermond komt men regelmatig de namen tegen van leden van deze familie. Zo was een zekere Steven van Hertenveld in 1585 en 1588 schepen van Roermond. De naam Van Hertenveld is overi¬gens niet geheel onbekend te Stevensweert. In de rekeningen van de wijnhandel van Peter van Winthuyzen te Maaseik komt, over de periode van 1574-1580 als klant voor Jr. Steven van Hertenveld. Was dit een zoon van de ambtman die later naar Roermond trok? Overigens komen als klanten in bedoelde rekeningen voor: Anna, gravin Van den Bergh te Stevensweert, de heer Bilevelt ambtman te Stevensweert en Peter van Bossenhoven, de overigens onbetrouwbare muntmeester van graaf Frederik van den Bergh te Stevensweert. (Maasgouw d.d. 9 jan. 1886).
Ik heb geprobeerd U iets meer te laten weten over de heren Van den Bergh en de ambtmannen te Stevensweert. Er blijven nog vele vragen over. Wie neemt de draad op?


Door: J.J. van Riet