2004

ALLE BEELDEN OP EEN RIJ- Beelden in de parochiekerk van Stevensweert.

H.G.M. Rutten

De R.K. Parochie van Stevensweert heeft van oudsher als patroon de heilige Stephanus. Bovendien is zijn naam onderdeel geworden van de plaatsnaam Stevensweert. Reeds in de Middeleeuwen werd de naam Weerde gecombineerd met Sint Stephanus of Sint Steven. Door die koppeling ontstond de naam Stevensweert, in het Latijn Werda Sancti Stephani. Omdat Stevensweert gelegen was op een eiland in de Maas, heette het ook wel Insula Sancti Stephani oftewel het Eiland van Sint Stephanus.

Stephanus was een van de zeven diakens die na de dood van Jezus door de apostelen in Jerusalem werden aangesteld. Vanwege zijn geloofsovertuiging werd hij door de Hoge Raad ter dood veroordeeld. Hij werd tot buiten de stad geleid en daar gestenigd. Zo werd Stephanus de eerste martelaar. Zijn feestdag is 26 december, één dag na de viering van de geboorte van Christus. 
De parochiekerk bezit vier beelden van de heilige Stephanus. Daarnaast bezit de kerk nog een aantal andere beelden. De herkomst is niet altijd te achterhalen. In de loop der tijd zijn er beelden verdwenen, maar er zijn ook beelden bijgekomen. Hieronder volgt een overzicht van de beelden, die zich momenteel in de kerk bevinden.
1. Steniging van Sint Stephanus uit ca. 1835.
Deze mooie houten beeldengroep bevindt zich boven het hoofdaltaar. Het is een dramatische uitbeelding van de laatste momenten uit het leven van de veroordeelde, opgesteld in een halfronde nis boven het altaar. De op de knieën zittende Stephanus wordt omringd door drie mannen, staande op een rotsachtige bodem. De linker figuur houdt met één hand een aantal stenen tegen zijn buik geklemd terwijl hij met de andere hand een steen omhoog tilt, klaar om te werpen. In het midden achter Stephanus staat een figuur die met twee handen een zware
steen hoog boven zijn hoofd tilt. De derde man heeft een steen in zijn rechterhand terwijl hij achter zijn rug in de linkerhand nog een tweede steen klaar houdt. Stephanus is gekleed in de typische diakenkleding: een albe met daaroverheen een goudkleurige dalmatiek. Hij strekt zijn handen uit en houdt zijn hoofd omhoog gericht. Boven in de koepel van de nis bevindt zich een geschilderde afbeelding van Christus die de martelaar als het ware met geopende armen welkom heet in de hemel.
Op de achtergrond, zittend op een grote steen, bevindt zich een vijfde persoon die het hele gebeuren gadeslaat. Het is Saulus, bij wie de beulen hun bovenkleren neerlegden voordat ze aan hun werk begonnen. Na de moord op Stephanus bekeerde hij zich en werd een van de apostelen, bekend onder de naam Paulus.
De kerk van Stevensweert bezit met deze beeldengroep een prachtige verwijzing naar haar patroonheilige. De uitbeelding is te dateren in de eerste helft van de 19de eeuw en valt daarmee samen met de bouw van het hoofdaltaar in 1835.

2. St. Stephanus uit ca. 1500.

Dit beeld van St. Stephanus is het oudste beeld in de kerk van Stevensweert. Ook hier is de martelaar gekleed in een albe (witkleurig) en een goudkleurige dalmatiek. In het met de rechterhand opgetrokken gedeelte van de dalmatiek zien we een drietal stenen, een duidelijke verwijzing naar zijn steniging. In de andere hand houdt de heilige een opengeslagen boek. Het vrij kleine beeld (68,5 cm hoog) zonder signatuur wordt gedateerd rond het jaar 1500. Dit is de tijd waarin ook onze beroemde Jan van Steffeswert leefde en werkte. Toch is het beeld niet van zijn hand. De stijlkenmerken wijzen naar een andere beeldhouwer waarvan men echter de naam niet kent. Daarom heeft men, samen met enkele andere vergelijkbare werken, deze sculptuur toegeschreven aan de “Werkgroep van de ronde vormen”. Kenmerkend voor deze groep beelden zijn de wat kinderlijke proporties, de voorliefde voor ronde vormen en een vrij oppervlakkige uitwerking van het blok hout. Met name dit laatste wijkt af van de werkwijze van Jan van Steffeswert die immers bekend staat om zijn zeer gedetailleerde vormgeving,
zelfs aan de achterzijde van zijn beelden. Overigens is er een ander Stephanusbeeld dat wel wordt toegeschreven aan Jan van Steffeswert. Dit bevindt zich in de kathedraal van het Belgische Hasselt. Beeldhouwers gebruikten bij het kappen van hun beelden als voorbeeld vaak reeds bestaande gravures. Opvallend is dat vrijwel zeker zowel Jan van Steffeswert als de “Meester van de ronde vormen” dezelfde gravure hebben gebruikt: een afbeelding van St. Stephanus gegraveerd door Israhel van Meckenem (Duitse kunstenaar, ca. 1445-1503).
Het is aannemelijk dat dit kostbare Stephanusbeeldje altijd heeft behoord tot het bezit van de Stevensweertse kerk. De patroonheilige zal hoogstwaarschijnlijk in 1781, toen de oude middeleeuwse kerk werd afgebroken, overgeplaatst zijn naar het nieuwe gebouw. Daarmee is het een van de weinige overgebleven interieurstukken uit de oude kerk. De huidige inrichting dateert immers grotendeels uit de 19de eeuw.

3. St. Stephanus uit 1962.

Het onder nummer 2 beschreven laatmiddeleeuwse Stephanusbeeld uit ca. 1500 heeft vroeger buiten gestaan en wel in een hardstenen nis boven het ingangsportaal van de kerk. Dit was natuurlijk geen ideale plek voor een houten beeld. Bij de vergroting van de kerk in 1948 heeft men deze nis verplaatst naar de nieuwe voorgevel boven de grote ingangsdeur. Tegelijkertijd
werd gelukkig St. Stephanus naar binnen gehaald. Sindsdien staat het originele beeld  vóór in de kerk boven de linker koorbank.
In de “nieuwe” nis kwam vervolgens een gipsen replica die in 1962 weer werd vervangen door het huidige Stephanusbeeldje van roodbakkende chamotteklei. Dit materiaal is natuurlijk beter bestand tegen de soms barre weersomstandigheden. Het is geen exacte kopie, maar een wat vrije interpretatie van het originele kunstwerk. De stenen in de omhoog gehouden  dalmatiek en het opengeslagen boek in de linkerhand zijn echter ook hier goed te herkennen.
Het beeld werd vervaardigd in 1962 door de heer L. Schefman uit Sittard.
En wat zeggen grappige Stevensweertenaren over dit beeldje? Elke keer als de klok slaat, draait de heilige een bladzijde van zijn boek om. Maar: als je kijkt, doet hij het lekker niet als straf voor je nieuwsgierigheid!   

4. St. Stephanus uit ca. 1750.
De vierde afbeelding van onze patroonheilige staat op de hoek van het middenschip en de linker zijbeuk. Het gepolychromeerde houten beeld is afkomstig van Watersley in Sittard. Door bemiddeling van pater Sangers en de heer Simonis (schrijvers van het boek “Er ligt een Eiland in de Maas”) kwam het in bezit van de heer J. van Hasselt, beschermheer van harmonie St. Stephanus te Stevensweert. Deze liet het in 1968 door dit muziekgezelschap aanbieden aan de kerk. Een zilverkleurig plaatje onder op de sokkel vermeldt deze gebeurtenis: “ D.D. HARMONIE ST. STEPHANUS 1968”. Ook hier is de heilige gekleed in een albe en een (goudkleurige) dalmatiek. Hij houdt de handen wijd uitgestrekt en zijn ogen kijken met een gekwelde uitdrukking naar boven. Los van hem zit op de sokkel een kleine putto, een bijna naakt kinderfiguurtje met enkele stenen in een gevlochten mandje. Hiermee wordt weer verwezen naar de marteldood van St. Stephanus. Het barokke beeld is 95 cm hoog en kan gedateerd worden rond 1750.

5. Petrus en Paulus uit 1835.

Bij de bouw van het eikenhouten hoofdaltaar in 1835 werd er van uitgegaan dat er links en rechts van de Stephanus-beeldengroep een beeld werd geplaatst van de beide apostelen Petrus en Paulus. Hun beider feestdag is 29 juni. St. Petrus, met als attributen het omgekeerde kruis en een haan aan zijn voeten, is 153 cm hoog. St. Paulus, met in zijn handen het zwaard waarmee hij werd onthoofd en een boek aan zijn voeten, meet 152 cm. De twee beelden passen perfect in de logische en evenwichtige compositie van de altaaropbouw. De constructie van de consoles (boven de deuren in de altaarwand) bleek achteraf echter nogal zwak, reden waarom de beelden op een bepaald moment van hun voetstukken werden afgehaald en links en rechts tegen de zijmuren van het koor werden geplaatst. Oude foto’s van het kerkinterieur in de eerste helft van de 20ste eeuw geven deze situatie weer. Om de lege plekken op de consoles op te vullen, werden daar twee kleine ornamenten geplaatst. Na de Tweede Wereldoorlog, toen de kerk werd gerestaureerd en vergroot, heeft men de beelden weer terug gezet op de oorspronkelijke plaatsen. Er bleef echter twijfel bestaan of de twee consoles het gewicht van de beelden wel konden dragen. In 1957 werden ze daarom  weer omlaag gehaald en verhuisden nu naar de zijmuren van het middenschip. Bij die gelegenheid werden ze ontdaan van hun oorspronkelijke kleuren en vervolgens van top tot teen wit geschilderd, als waren het twee sneeuwmannen!
Deze ongelukkige ingreep werd later weer teniet gedaan toen de twee apostelen bruin werden geverfd. Ook al hebben ze daarmee niet hun oorspronkelijke jasje terug gekregen, het is toch een hele verbetering. Nog beter werd het in 2001. Op 26 maart van dat jaar keerden de kunstwerken weer terug op het hoofdaltaar. Niemand hoeft zich meer zorgen te maken over de draagkracht van de beide consoles. Deze werden door het kerkbestuur zodanig versterkt dat de beelden hier tot in lengte van jaren op hun oorspronkelijke plek kunnen vertoeven. De door de maker bedachte compositie van het prachtige hoofdaltaar is hiermee weer hersteld en  voor de twee apostelen is hopelijk een einde gekomen aan hun rondreis door de kerk!

6. Maria met Jezuskind uit de 17de eeuw.

De bevallige Maria houdt Jezus met haar linkerhand tegen zich aan gedrukt. Het kindje strekt zijn armen uit en kijkt op naar zijn moeder. Haar kleed en mantel zijn sierlijk gedrapeerd. Het gepolychromeerde beeld is van eikenhout, meet 73 cm hoog en is vervaardigd in de tweede helft van de 17de eeuw. Zowel Maria als het Jezuskind dragen een zilveren kroon. De letters LP in de grote kroon verwijzen naar L. Peeters, rond 1850 werkzaam te Luik. In haar rechterhand draagt Maria een zilveren scepter.
Het beeld is geplaatst in een barok retabel van eikenhout, eveneens uit de 17de eeuw. Het fronton wordt aan weerszijden gedragen door twee getorste zuilen met kapitelen. In het midden van het fronton bevindt zich een wapenschild met een klimmende gekroonde leeuw naar rechts.
Het is niet zeker of het Mariabeeld en het retabel altijd bij elkaar hebben gehoord. In elk geval is de huidige plaatsing (boven de rechter koorbank) niet de oorspronkelijke locatie. Mede gezien de aanwezigheid van een adellijk wapenschild, is het misschien mogelijk dat het retabel (en het Mariabeeld?) afkomstig is uit de kapel van het kasteel van Stevensweert. Deze kapel werd na de verovering van de vesting in 1702 omgebouwd voor de protestantse eredienst. Het grote altaar werd toen verkocht aan de kerk van Neeritter. Waar de kleinere inventarisstukken zijn gebleven, is niet bekend. Het zou natuurlijk goed kunnen zijn dat ook de eigen parochiekerk enkele zaken heeft overgenomen.      

7. Beeld van het H. Hart uit 1879.
In 1879 schrijft pastoor Görtz in zijn aantekenboek: “Van Antwerpen het beeld van het H. Hart.” Hij bedoelt hiermee dat het geld voor genoemd beeld werd geschonken door een of meerdere inwoners van Antwerpen, die een relatie hadden met Stevensweert. Dit waren vaak mensen die uit hun geboorteplaats waren vertrokken om elders de kost te verdienen. Wanneer het ze daar goed ging, wilden ze de betrokkenheid met hun geboortedorp nog wel eens laten zien met giften aan de kerk. Aldus werd met geld van deze weldoeners een beeld besteld van het H. Hart van Jezus. Het werd vervaardigd door de beeldhouwer Joseph Thissen  (1840-1920) uit Roermond, die in die jaren een atelier had te Antwerpen. Op de zijkant van de sokkel staat het jaartal 1879 en de signatuur J. Thissen. Het houten gepolychromeerde beeld is 125 cm hoog. De met een wijde mantel geklede Jezus wijst met de rechterhand naar zijn met een doornenkroon omgeven hart.
De verering van het Heilig Hart van Jezus dateert al uit de Middeleeuwen. In 1765 kreeg het Heilig Hart een eigen feest en in 1899 werd de hele wereld door paus Leo XIII toegewijd aan het Heilig Hart. Het feest wordt sindsdien gevierd op de vrijdag na de tweede zondag na Pinksteren.   

8. Joseph en Maria uit 1909.
De kerk heeft twee zijaltaren, die vervaardigd zijn tussen 1842 en 1846 door “den ambachtsman A. van den Brand”.  Het linker altaar is toegewijd aan Maria, het rechter aan St. Joseph. Nadat de twee altaren op hun plaats waren opgebouwd, moesten er nog passende beelden worden aangeschaft.
Op 10 augustus 1849 kreeg de beeldhouwer J.H. Dieterich door het kerkbestuur 110 gulden uitbetaald voor het maken van een St. Josephbeeld. Het is waarschijnlijk dat hij ook het O.L. Vrouwebeeld heeft gemaakt dat een jaar eerder in Roermond werd opgehaald. Toch zijn het (helaas?) niet deze twee beelden die nu op de altaren te zien zijn. Er is trouwens geen enkele afbeelding van bekend. Ze zijn spoorloos verdwenen rond 1910. Op 1 maart 1909 werden namelijk twee nieuwe beelden van Maria en Joseph geschonken door mevrouw Geuens-Bongers (geboren te Stevensweert) en andere weldoeners uit Antwerpen. Ze zijn beschilderd en gemaakt van gips. De hoogte is ca. 175 cm.
Maria, gekleed in een lange blauwe mantel, draagt het Jezuskind op haar linkerarm. In de andere hand draagt ze een kruis. St. Joseph draagt eveneens het Jezuskind, maar dan op zijn rechterarm. In zijn linkerhand houdt hij een staf met bovenaan een bloeiende lelie. De feestdag van St. Joseph is 19 maart.
De beide beelden zijn gemaakt te Antwerpen. Rechts op de sokkel van het Josephbeeld valt nog te lezen: Th. Koob, Kammenstraat 70, Antweren. De schrijver was slordig of hij had haast: in de naam van de stad is de letter P vergeten!

9. Christuskind uit 1857.
Enigszins verscholen in de zijbeuk, in een hoekje links naast het Maria-altaar, staat tegen de muur een beeld van Christus als kind. Het is maar klein, zo’n 88 cm hoog. Met zijn rechterhand maakt het kind, gekleed in een lang hemd, een zegenend gebaar. Achter het hoofd is een metalen nimbus aangebracht.
Waarschijnlijk hebben we hier te maken met een aanschaf uit 1857. In dat jaar vermeldt het aantekenboek “Memoranda”, aanwezig in het parochiearchief: “Een beeldtje het kindtje Jezus f. 100,-“. De maker wordt niet vermeld. Het beschilderde beeld is van hout en staat op een mooie sokkel voorzien van een schildje met de letters IHS (Christusmonogram).

10. St. Ambrosius uit de 18de eeuw.
Het houten borstbeeld van St. Ambrosius werd door de kerk in 1814, zonder vermelding van verdere details, aangekocht voor 1 gulden en 6 stuivers Cleefs. Voor die prijs is het beeld natuurlijk niet nieuw vervaardigd. Het is ouder, de datering ligt tussen 1700 en 1750. De hoogte is 86 cm. Op 11 december 1854 werd f. 9,75 betaald aan F. Krijn voor het “opmaken” van het beeld.
De H. Ambrosius werd tot bisschop van Milaan gewijd op 7 december 374. Hij overleed in 397. De dag van zijn bisschopswijding, 7 december, is tevens zijn feestdag. Hij wordt vereerd als een van de vier westerse kerkvaders. Heel vaak, zo ook te Stevensweert, wordt hij afgebeeld in bisschoppelijk ornaat en met een bijenkorf, een herinnering aan een voorval uit zijn kinderjaren. Toen de kleine Ambrosius in de wieg lag, streek een bijenzwerm op zijn lippen neer. Zijn vader zag daarin een voorspelling van de toekomstige heiligheid van zijn kind, dat in woord en geschrift “hemelse honing” zou verzamelen. Geen wonder dat de imkers hem tot patroon kozen.
Zoals meerdere plaatsen kent ook Stevensweert zijn Broederschap van de Heilige Ambrosius. Het precieze oprichtingsjaar is niet bekend. Wellicht is er een verband met de aankoop van het Ambrosiusbeeld in 1814. Het oudste document in het archief van deze momenteel weer bloeiende broederschap is een reglement uit 1893. De daarin genoemde doelstelling is drieledig: “1. Vereering van den H. Ambrosius; 2. Medewerking tot lafenis der Zielen van deszelfs afgestorvenen Broeders en Zusters; 3. Bevordering van de onderlinge eendragt en broederlijke liefde en opwekking tot een stigtelijk gedracht”.
In hoeverre deze doelstellingen gehaald worden, laten we hier in het midden. In elk geval is het optreden van de broederschap met hun mooie flambouwen bij diverse gelegenheden een rijke en zinvolle traditie in Stevensweert. En dat ze hun patroon goed in ere houden, moge blijken uit het feit dat ze in 1999 op kosten van de Broederschap het Ambrosiusbeeld grondig lieten restaureren. Het is een sieraad voor de kerk.

11. St. Antonius van Padua uit 1900.
Op 13 dec. 1900 werd door pastoor G. Kerbosch aan de fa. J.A. Oor en Zonen, ateliers van kerkelijke kunst te Roermond, betaald f. 225,- voor “een St. Antoniusbeeld met Kindje in lindenhout en gepolychromeerd”.
De heilige meet 137 cm. In zijn linkerhand houdt hij een opengeslagen boek en daarop heeft het Jezuskind plaatsgenomen (bij een heilige is alles mogelijk!). Met zijn rechterhand houdt hij een bloeiende lelietak tegen zich aan gedrukt, een symbool van zuiverheid. Antonius draagt het habijt van de Franciscanen. Hij trok rond als prediker en verbleef de laatste jaren van zijn leven te Padua, waar hij in 1231 stierf. Achter zijn hoofd bevindt zich een metalen nimbus. Aan het koord rond zijn middel hangt een rozenkrans.
De heilige wordt dikwijls aangeroepen om te helpen bij het terugvinden van verloren voorwerpen, zo in de trant van : “Sint Antonius beste vrind, zorg dat ik mijn beurs weer vind”. Bijna altijd heeft de heilige daarom een offerblok in de buurt. Want: voor wat, hoort wat! Sinds enkele jaren heeft het beeld een plaats gekregen achter in de kerk, in de hoek bij de doopkapel. Zijn feestdag is 13 juni.

12. St. Gerardus Majella uit 1909.
Gerardus Majella werd geboren in 1726 in het Zuid-Italiaanse dorpje Muro. Hij trad in bij de orde der Redemptoristen, waar hij werkte als kleermaker, ziekenverpleger en geldinzamelaar. Gerardus was een voorbeeldige monnik; godsvruchtig, toegewijd en gehoorzaam. Van hem werd verteld dat hij visioenen kreeg en dat hij de wonderlijke gave van bilocatie bezat, het op twee plaatsen tegelijk aanwezig zijn. Zijn leven van opoffering en boete eiste een hoge tol. Op 29-jarige leeftijd zakte hij op straat in elkaar en de magere monnik overleed korte tijd later in het klooster te Caposele. Na zijn heiligverklaring anderhalve eeuw later werd hij een polulaire volksheilige. Ook vanuit Stevensweert gingen en gaan nog vele pelgrims jaarlijks naar het Redemptoristenklooster in Wittem, een bekend centrum voor de Gerardusverering. Zijn feestdag is 17 oktober.
Het gipsen beeld in de kerk van Stevensweert is 120 cm hoog. Naast de heilige staat het Jezuskind dat hem een rond broodje aanbiedt. Deze scène heeft te maken met een verhaal uit zijn jeugd. Gerardus bezocht als kind al regelmatig een kapelletje en bij zo’n gelegenheid liet het Madonnabeeld in die kapel steeds haar stenen kindje levend uit haar armen glippen om met Gerardus te spelen. Het Jezuskind bood hem dan vaak een broodje aan.
Het Stevensweertse beeld van Gerardus is onderdeel van de schenking uit Antwerpen in het jaar 1909 (zie de beelden van Joseph en Maria). Waarschijnlijk is het dan ook daar vervaardigd.

13. St. Aloysius en St. Vincentius uit de 19de eeuw.

In juli 2003 werden door het kerkbestuur twee houten beelden aangekocht, afkomstig uit de St. Vituskerk in Bussum. Zij waren nodig om in het middenschip de lege sokkels te vullen, waar eerst de beelden van Petrus en Paulus hun plaats hadden. Op 30 juli van dat jaar werden de beelden met vereende krachten omhoog gehesen en op hun plaats gezet.

Het eerste beeld, links in het middenschip, betreft een afbeelding van de heilige Aloysius van   Gonzaga (feestdag 21 juni). Deze kloosterling uit een oud en rijk geslacht werd geboren in 1568 aan het Gardameer in Italië. Rijkdom en macht leken voor hem weggelegd maar hij koos ondanks de tegenwerking van zijn vader voor een leven van stilte en gebed door al op jonge leeftijd in te treden bij de Jezuïeten in Rome. Toen daar de pest uitbrak, stelde hij zich onmiddellijk beschikbaar om de zieken te gaan verplegen. Al snel werd ook hij aangetast door de pest en na enkele weken overleed deze kloosterling in het jaar 1591, slechts 23 jaar oud. Paus Benedictus XIII verklaarde hem in 1726 heilig en stelde hem aan tot patroon van de studerende jeugd. Hij wordt meestal afgebeeld in toog en superplie (een ruim koorkleed) en dat is ook zo bij het beeld te Stevensweert. In zijn hand houdt hij een lelietak, symbool van de zuiverheid. Het houten beeld (onbeschilderd) is vervaardigd in 1883 in het atelier van de firma Te Poel & Stoltefus te Den Haag.
Het tweede beeld betreft de priester Vincentius a Paulo, een tijdgenoot van de hierboven genoemde Aloysius. Zijn feestdag wordt gevierd op 27 september.
Vincentius werd geboren in 1576 te Gascogne in Zuid-Frankrijk. Hij is de stichter van de Orde der Lazaristen en de Zusters van Liefde en hield zich zijn hele leven bezig met de zorg voor armen en misdeelden. De in diverse plaatsen opererende Vincentiusverenigingen zijn naar hem genoemd.
Vincentius overleed in 1660 en werd in 1737 heilig verklaard. Hij wordt vaak afgebeeld, net zoals hier, met een vondeling op de arm. Dit Vincentiusbeeld is gemaakt in 1894 te Roermond in de werkplaats voor kerkelijke kunst van de beroemde architect P.J.H. Cuypers. Het is nu geplaatst tegen de rechtermuur van het middenschip, tegenover het beeld van Aloysius. Het beeld is van hout en niet beschilderd.

14. Maria met Jezuskind uit de 20ste eeuw.
Dit houten beeld van 75,5 cm staat op de zogenaamde credenstafel, een tafeltje dat bedoeld is voor de misbenodigdheden, in een hoek van het priesterkoor achter de kerkmeestersbank. De bevallige Maria, met een hoofddoek en een goudkleurige kroon, draagt Jezus in haar armen. Over haar rode kleed is een blauwe mantel gedrapeerd. Het Jezuskind houdt een appel in zijn handen. Het beeldhouwwerk, een hedendaagse kopie van een gotisch Mariabeeld, werd rond 1986 aangekocht door pastoor R. Maessen in een atelier te Ortisei in de Italiaanse Dolomieten. Bij zijn vertrek uit Stevensweert in 1999 schonk hij het aan de parochie.
Naast de hierboven genoemde kunstwerken bevat de kerk nog meer beeldhouwwerk, zoals de afbeeldingen van de vier evangelisten op de preekstoel, de prachtige communiebank en de balustrade van het oksaal, de biechtstoelen met afbeeldingen van Petrus en Maria Magdalena, de deurtjes van de tabernakels en de medaillons op de zijaltaren, de pelikaan en het baldakijn met alziend oog boven het hoofdaltaar en enkele reliëfs tegen de muren. Kortom, voor wie er oog voor heeft is er veel te genieten in de parochiekerk van Stevensweert!