2007

KAREL VAN DE LAAR

J. Cretskens, G. Laugs

KAREL VAN DE LAAR,
60 jaar lid van Koninklijk Erkende Harmonie Sint Caecilia Ohé en Laak

Tijdens het Ceaciliafeest op vrijdag 23 november 2007 werden Karel van de Laar en Piet Pex gehuldigd voor hun 60-jarig lidmaatschap van de Koninklijk Erkende Harmonie Sint Caecilia. Beschermheer van de harmonie de heer Huub Beunen uit Lokeren (België) speldde hen het federatie insigne, de gouden speld met twee zirkonia, op.
Het is niet verwonderlijk dat Karel, geboren op 25 februari 1938, al op jonge leeftijd zich geroepen voelde een instrument te gaan bespelen. Zijn peetoom was immers de legendarische Karel Beunen, jarenlang voorzitter van de harmonie. Na de oorlog woonden de vader en moeder Van de Laar enige tijd samen met verschillende familieleden op hetzelfde adres. Ook ome Janus Beunen was een van de huisgenoten en deze speelde bariton. Zodra Karel tijd had en ome Janus niet in de buurt was, had hij diens instrument aan de mond en leerde zichzelf de eerste muzikale noten. Op zaterdagmiddag, voor de repetitie van de grote harmonie, bezocht hij al spoedig de muzieklessen in de oude school, het huidige verenigingslokaal. Eerst werd er allerlei brandbaar materiaal verzameld en de kachel flink gestookt, waarna meester Smeets uit Echt met muziekonderricht kon beginnen. De bariton werd al snel verruild voor een trombone met ventielen en die is hij tot op de dag van vandaag trouw gebleven.
Talrijk zijn de anekdotes die hij samen met Louis Vaassen, Wiel Rutten, Jan Graus en Jules Goossens beleefde. De pepieters waren grote, vaak houten rekken, gemaakt door timmerman Henneske Peulen, waarop de muziek gelegd werd. De muziekopleiding was natuurlijk niet te vergelijken met de huidige professionele begeleiding. “Je moest zelf maar uitzoeken hoe bepaalde noten gespeeld moesten worden en muziektekens werden geïnterpreteerd”.
Als jeugdige muzikant nam Karel 15 keer deel aan een solistenconcours en behaalde niet minder dan twaalf eerste prijzen. Met Frans Maessen trad hij op als duo en ze behaalden zelfs lof der jury. In 1949 trad Karel toe tot de grote harmonie en ging in het jaar 1954 voor de eerste keer mee op concours, dat gehouden werd in Vechmaal bij Tongeren (België). Harmonie St. Caecilia nam deel in de Ere-afdeling en behaalde een fraaie eerste prijs. Hij kent de concourswerken nog uit zijn hoofd: Tancrette en La Bohiemiènne. Bij de gedachte aan Karels eerste grote optreden glundert hij met zijn hele gezicht en de plezierige herinneringen staan in zijn ogen te lezen.
 
Nostalgisch waren ook de zomerfeesten die ofwel oppe Laak in de boomgaard bij Sef Beunen en later op Genoa op het Geutje gehouden werden. Het podium of kiosk bestond uit bij elkaar gereden boerenwagens en de drankbuffetten werden gemaakt van steigerplanken. Het bestuur bestond in die tijd wel uit een 40-tal ereleden en als de harmonie uittrok was deze groep even groot als de muzikanten. Deze groep notabelen zorgden ook voor de financiële middelen en ieder jaar werd door hen de begroting sluitend gemaakt.
Over de periode dat er in het dorp twee harmonieën waren, de Oaj (Caecilia) en de “Nuuj”(St. Anna) wil Karel weinig kwijt. “Ik ben  blij dat die tijd achter de rug is en je moet geen oude wonden open halen”, is zijn wijs devies. Wel verwijst hij naar een krantenartikel waarin beschreven staat dat Harmonie Caecila binnen een week onder leiding van architect Sjra Peulen een eigen nieuwe zaal bouwde. Bij het uitzetten van de zaal kwam de grondeigenaar Bèr Luyten klagen dat de zaal niet verder mocht komen dan tot aan zijn aardbeienplanten. Tjeu Beerens, die met het uitzetten van de zaal was belast, ging hier onmiddellijk mee akkoord en zei:” Geen probleem, dan doen we drie meter bij de zaal en blijven jouw aardbeienplanten staan!” En onder luid protest werd de paal achter de aardbeienplanten in de grond geslagen. Niet voor niets kreeg deze de naam Blitzzaal!
Karel werd ook lid van  “Die Dorfdudler” o.l.v. Chris Goossens. Deze Egerlander kapel groeide al snel uit tot een gerenommeerd orkest dat bekendheid genoot in de hele grensstreek. Bij een door de KRO georganiseerde landelijke wedstrijd behaalde men een tweede prijs. Hoogtepunten in een verenigingsjaar in de vijftiger jaren was het Caeciliafeest. Met muziek trok men door het dorp en ’s middags werd er boeremooos met broadwoos gegeten en als toetje chocoladepudding. ’s Avonds kwam het halve dorp naar het feest en iedereen had dan zijn eigen servies bij zich en kon men zich te goed doen aan koffie en gebak.
Tijden veranderen, maar na 60 jaar zit Karel nog elke zaterdagavond trouw en met veel plezier spelend op zijn trombone, oud model en met kunstgrepen bij elkaar gebonden, op de repetitie van de harmonie. Karel is een van de weinige leden die de dirigent altijd zal aanspreken met “Directeur”. Naast een uiterst trouwe muzikant betekent Karel nog veel meer voor de vereniging. Jaren was hij samen met zijn, helaas veel te vroeg gestorven vriend Harrie Sangers, het gezicht van de jaarlijkse rommelmarkt. Hij sjouwt het hele jaar door om oude spullen te verzamelen, uit te zoeken en op te slaan. Ook organiseert Karel samen met Natuurmonumenten de zwerfvuilactie langs de Maas. Het achtergebleven vuil, dat na het buiten de oevers treden van de rivier achterblijft, wordt door leden van de harmonie tegen een vergoeding verwijderd. Beide acties leveren de vereniging een substantieel deel van de broodnodige inkomsten op. Iedere week fietst Karel over het dorp om de informatieblaadjes bij de harmonieleden te bezorgen, al loopt deze activiteit gezien het e-mailgebruik gestaag terug. Bij alle te organiseren evenementen is Karel een onmisbare schakel. Bij lustrumfeesten vind je hem van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat terug in het feestpaviljoen om allerlei hand- en spandiensten te verrichten.
Op de vraag wat het hoogtepunt voor hem en harmonie is geweest, hoeft hij niet lang na te denken. “Het Promsconcert tijdens het 125-jarig bestaansfeest, samen met de solisten, zangkoor Novi Cantus en de Echter Zangvereniging”, antwoordt hij zonder aarzelen. “Met alle lof voor onze dirigent Thijs Tonnaer. De muziek was geweldig en de hal gevuld  met een duizendkoppig uitzinnig publiek, dit heb ik nooit eerder meegemaakt!”
Karel spreekt met trots over de huidige vereniging, die in een dorp van 850 mensen is uitgegroeid tot een 80-koppig gezelschap met een eigen Jeugdorkest. “Ik ben blij dit te mogen meemaken en dat ik  nog steeds kan meespelen.”
Naast de Harmonie beoefent Karel de duivensport en is al ongeveer 40 jaar lid van Postduivenvereniging de  Maaspost uit Stevensweert. Op jeugdige leeftijd beoefende Karel de voetbalsport in Stevensweert en toen in Ohé en Laak V.V. Walburgia werd opgericht werd hij hier actief. Ook is hij lid van Amici Insulae en heeft hij samen met Har Rutten veel kennis en energie gestoken in het restaureren van de muren rond het protestantse kerkhof in Stevensweert. Op dit kerkhof ligt graaf Adolf van Hompesch begraven, de bewoner van kasteel Walburg en betrokken bij de oprichting van de harmonie in 1881.
Graag willen we dit artikel beëindigen met een enigszins aangepast gedichtje van Tjeu Peulen, toen hij zijn 50-jarig lidmaatschap van Koninklijk Erkende Harmonie St. Caecila vierde:
Och waat zeen noe zestig jaor
Wat zeen ze gauw omgegange
Auch al höbbe weer gries haor
Weer höbbe os altied good verstange
Eder huuske heat zien kruutske
Mer mit ein hert vol meziek
Veule weer os riek
Och waat zeen noe zestig jaor!